Korte beschrijving van de bunker
|
- Uitwendige kenmerken.
- Al het houtwerk was standaard uitgevoerd in Noors rood dennenhout tenzij anders vermeld.
- De bunker was onderaan uitgewerkt met enkele rijen baksteen die dienden als fundering voor het plaatsen van een draagstructuur in hout. Hierop werden dan de wanden die op hun beurt bestonden uit populierenplanken gedrenkt in carboline bevestigd.
- De toegangshek zat bijkomend verborgen achter een camouflagedeur. Deze bestond uit een houten plaat van 1.00m x 2.00m (BxH) waarop eveneens in creoline gedrenkte populierenplanken waren bevestigd.
- Het schietgat zat verborgen achter een valluik. Dit bestond uit een houten plaat van 1.00m x 0.40m (BxH) waarop eveneens in creoline gedrenkte populierenplanken waren bevestigd.
- De bedoeling was dat zowel het deurgat als het schietgat in vredestijd eigenlijk niet opvielen in de wanden en van buitenaf zouden gezien worden als volle wanden.
- De dakstructuur was opgetrokken in hout en de dakbedekking zelf bestond in dit geval uit rode Boomse pannen.
- Het toegangssas werd uitgewerkt met enkele traptredes in beton om het niveauverschil van buiten naar binnen te overbruggen.
- De bunker werd ook van een sterfputje voorzien.
- Bij de bunkers met mitrailleurkamer(s) was de toegang tot de eigenlijke gevechtsruimtes van de bunker gescheiden van het sas door middel van een gepantserde metalen deur van 0.86m x 1.82m (BxH) met zonneblinden, omlijsting en luikje voor toegangsverdediging.
- De eigenlijke toegang bij de inkom was op zijn beurt afgesloten met een metalen traliehekje van 0.90m x 1.82m
- In elke mitrailleurkamer was daarnaast standaard aanwezig:
- 3.50 meter etagères met leggers in inlandse eik.
- Een inlands eiken plankje van 0.32m x 0.12m x 0.06m met ijzeren steunen voor de plaatsing van een kogelpers.
- 6 zware geschilderde hanghaken voor ophangen materialen in de kamers
- Een verzinkte hanghaak aan het plafond voor ophangen olielamp (in vredestijd)
- 1 chardome en chardomeplaat voor de standaard opstelling van een Maximmitrailleur
- Ventillatiegaten waren aan de buitenzijde aan de bovenzijde afgesloten met een koperen geperforeerde afdekplaat om ingooien van projectielen naar binnen onmogelijk te maken.
- Het globale uitzicht was dat van een houten stalletje voor de opslag van tuinmateriaal.
- Structuur.
- De bunker heeft één kamer en een sas.
- Opmerkingen.
- Het was een steunliniebunker tussen Betsberg en de spoorlijn Brussel-Oostende tussen C16 (580 m) en D18 (160 m).
- De bunker was origineel standaard alleen voorzien voor de opstelling van een Maximmitrailleur. Daarnaast is hij echter ook bijkomend aangepast geweest om een Browning FM30 te kunnen opstellen. Dit is echter wel afwijkend van wat men kan terugvinden in de bestaande overzichtslijsten van welk type mitrailleur opstelbaar was in welke bunker.
- Het originele terrein waar de bunker werd op gebouwd was perceel Gijzenzele, unieke sectie, perceel 768b/2 met een grootte van 1 are 05 ca. Dit was grotendeels de zuidoostelijke hoek van een groter landbouwperceel dat hierdoor wel serieus wat meer bruikbaar perceel verloor omdat de bunker het vlot bewerken hiervan zo goed als onmogelijk maakte. De gemelde hoek kwam namelijk volledig ingesloten te zitten tussen bunker en de perceelsgrenzen.
- Het onteigende perceeltje sloot aan bij een private voetweg tussen de Langestraat en de Bosstraat te Gijzenzele.
- Dit onteigende perceel was eigendom van Joris Van Durme (vloerder van beroep) en woonachtig te Merelbeke en Dhr Vandeputte Emile en Mevr Vandeputte Marie, beiden reeds gepensioneerd en woonachtig te Merelbeke.
- De akte voor deze onteigening werd verleden op 28 december 1934 voor de prijs van 900 Bef. Deze akte bevatte wel een bijkomende clausule waarin expliciet stond vermeld dat de wegel deeluitmakend van de erfdienstbaarheden na de werken tot goedvinden van de originele eigenaar, diende hersteld te worden in zijn originele staat. In deze 900 Bef zaten ook nog een gedeelte tijdelijke en permanente erfdienstbaarheden inbegrepen (zie verderop)
- Om de bunker ten allen tijde militair te kunnen benutten na de bouw, diende een strook van 2 meter breed vrijgehouden te worden. Dit is wat men noemt de permanente erfdienstbaarheid. Wel merkwaardig is dat de voorziene erfdienstbaarheid in dit geval wordt genomen komende van de Bosstraat en niet vanaf de Langestraat die toch wel heel wat korter bij de bunker lag. Deze wegel was allicht komende van de Langestraat niet zo evident betreedbaar met zwaarder verkeer en uitbreidbaar in de breedte voor de bouw van de bunker zelf.
- Ook bij deze bunker was de tijdelijke erfdienstbaarheid die nodig was voor de bouw van de bunker zelf mogelijk te maken in feite niets meer dan een verruiming van deze bestaande publieke wegel tot aan de bunker over een strook van 5 meter breed. Deze bredere strookbreedte was nodig om het terrein bereikbaar te maken voor werfverkeer. Deze tijdelijke erfdienstbaarheden waren maar 8 maanden geldig vanaf het tekenen van de akten. Deze waren voor deze bunker als volgt:
- Deel uitmakend van de akte voor het onteigende perceel aan Dhr Joris Van Durme en Dhr en Mevr Vandeputte: Een bestendige erfdienstbaarheid op een strook van 1 meter langs perceel 168b/2 op de zuidrand (deeluitmakend van bestaande wegel) met een lengte van 168 meter. Een tijdelijke bijkomende erfdienstbaarheid over een strook van in totaal 169 meter lang en 3 extra meters breed.
- Een akte voor een strook van 1 meter breed en 168 meter lang over de noordkant van perceel 168c/2 (de overige meter van het bestaande voetpad dat in totaal 2 meter breed was). In de respectievelijke akte wordt wel degelijk van zowel een tijdelijke als permanente erfdienstbaarheid gesproken maar uiteindelijk draagt deze akte enkel bij aan de permanente erfdienstbaarheid. Deze akte werd verleden aan Juffer Valerie De Vos, woonachtig te Gontrode voor de prijs van 100 Bef op 17 januari 1935.
- Een akte voor een strook permanente erfdiensbaarheid van 25 meter lang en 1 meter breed over perceel 170 op de zuidrand hiervan en een verbreding van deze strook met nog eens extra 3 meter voor de tijdelijke erfdienstbaarheid. De akte hiervoor werd verleden voor de prijs van 100 Bef op 15 januari 1935 aan Dhr Arthur Vandevelde, likeurstoker en burgemeester van Landskouter.
- Nog eens een akte voor een strook van 1 meter breed en 25 meter lang over de noordkant van perceel 144a (de overige meter van het bestaande voetpad dat in totaal 2 meter breed was). In de respectievelijke akte wordt opnieuw zowel van een tijdelijke als permanente erfdienstbaarheid gesproken maar uiteindelijk draagt deze akte enkel bij aan de permanente erfdienstbaarheid. Deze akte werd verleden aan de Commissie van Openbare onderstand te Gijzenzele voor de prijs van 100 Bef op 18 januari 1935.
- Geen van bovenstaande aktes bevatte clausules voor intresten op de verkoopsommen in de jaren nadien.
- Erfdienstbaarheden, zowel de permanente om de bunker ten allen tijde te kunnen bereiken, als de tijdelijke die standaard werden in de aktes voorzien met een termijn van 8 maanden voor de bouw van de bunker mogelijk te maken, gingen net zoals het uitkeren van toegekende intresten pas in voege, van zodra de eigenlijke werken voor de bouw van de bunker werden aangevat, ongeacht de tijdsperiode die op die manier verstreek tussen aankoop van de gronden en de eigenlijke bouw van de bunker zelf.
- Na de onteigening kreeg het origineel onteigende perceel geen aparte index toegemeten.
- Op actuele kadasterplannen is het perceel ooit onteigend voor de bunker (beperkt tot de grenzen van de betonnen constructie) terug te vinden als perceel 168d/2. Het originele terrein 168b/2 waarvan het onteigende perceel werd afgesplitst, is uiteindelijk perceel 168e/2 geworden (zonder bunker op zich). Perceel 170 is heden verminderd met een boord voor de huidige gracht (perceel 170b) en kreeg ondertussen de breedte van de ganse voetwegel toegevoegd. Perceel 144a werd eveneens beperkt verkleind omwille van dezelfde gracht en de bestaande voetweg werd hiervan afgestaan.
- De bunker D17 zal heden wel degelijk opnieuw verkocht zijn aan de eigenaar van het huidige perceel 168e/2.
- Ondanks dat ik dit bunkertje voor zover ik weet nooit heb weten onder water staan, moet dit toch voor dit bunkertje een probleem geweest zijn. Zo werd er op 22 september 1937 aan de eigenaars van wie het bunkerperceel 768b/2 een bijkomende akte opgemaakt voor de totale prijs van 175 Bef voor drainagewerken op datzelfde perceel. De akte omvat de toelating om over een strook van 1 meter breed en 70 meter lang een drainagebuis in te graven. Deze drainage werd gemaakt door middel van gresbuizen van 1 meter lang en een diameter van 10 cm. Hoe deze is ingegraven is ook heden nog een raadsel alhoewel onderstaande denkwijze zo goed als zeker wel zal kloppen. Gezien de helling van het terrein lijkt een noordelijke richting het meest logisch en dit zou kunnen kloppen met de aanwezigheid van een gracht aldaar op de rand van het vroegere perceel 768b/2 en een heden nog bestaand bos.
- Voor zover direct zichtbaar, draagt het bunkertje geen directe sporen van strijd. Deze zone van Gijzenzele is allicht ook nooit effectief in direct contact geweest met de Duitse aanvallers.
- Het bunkertje is volledig vrij maar sinds enige tijd niet meer vrij bereikbaar via het wegeltje dat ook dienst deed als erfdienstbaarheid. Er staat heden een definitieve afsluiting tussen de wegel en het terrein horende bij de gerenoveerde hoeve waar de bunker heden deel van uitmaakt. Wel is zeker als positief op te merken dat het bunkertje op het eerste zicht helemaal werd opgeruimd aan de buitenzijde. Dit laat ook het beste vermoeden aan de binnenzijde. Allicht is het bunkertje dan ook op het moment in veilige handen.
- Op basis van de gemiddelde prijzen die terug te vinden zijn op de originele bestekken van bouwproject D en de gemiddelde hoeveelheden zoals teruggevonden bij gelijkaardige bunkers bij de bouwprojecten A en B, zijn er schattingen gemaakt van de prijs van de verschillende bunkers.
- Merkwaardig is dat er voor deze firma 2 offertes bestaan, namelijk een eerste op datum van 11 januari 1935. Dit zou zeker aan de hand van de hierin toegepaste eenheidsprijzen het duurste project op de linie geworden zijn. Op basis van dat bestek zou deze bunker ongeveer 46.173,95 Bef gekost hebben. Allicht is het daarom dat er van dit project een tweede herzien en goedgekeurd bestek bestaat daterend van 3 februari 1935. Volgens dit herziene bestek zou deze bunker nog ongeveer 38.624,00 Bef gekost hebben.
- Als men hier ook nog
een aantal zaken bijtelt die reeds rechtstreeks door de militaire overheid werden bekostigd zoals chardomes, koepels,... zou de totaalprijs van deze bunker ongeveer 38.874,00 Bef moeten geweest zijn.
- Ter info: 1 BEF in 1934 komt ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.
|
Onteigeningsschets zoals terug te vinden bij de onteigeningen van deze bunker. Je ziet duidelijk het heden nog bestaande voetpad dat tevens ook werd gebruikt voor zowel de tijdelijke als de permanente erfdienstbaarheid.
Blijft dus wel raar dat men de erfdienstbaarheden voorzag van de Bosstraat terwijl de bunker toch heel wat korter lag bij de Langestraat.
Zoals eerder gemeld heeft dit allicht te maken met het feit dat het voetpad aan die kant niet zo vlot zal uitbreidbaar geweest zijn tot een strook van 5 meter.
|
|
|
Terreinschets zoals terug te vinden bij de bouwplannen van deze bunker. De strook onderaan van 4.93 meter sluit aan bij het bestaande pad.
Toch wel merkwaardig dat de toenmalige eigenaars er niet moeilijk hebben over gedaan dat de ganse hoek op de rechter kant van het hoofdperceel nog nauwelijks bruikbaar was terwijl dit toch niet mee onteigend werd.
|
|
|
Grondplan van dit kleine bunkertje gecamoufleerd als een houten stalletje. Bij dit bunkertje heeft men ook van de eerste keer de toegangstrap volledig mee ingewerkt binnen de houten camouflage.
|
|
|
Langsdoorsnede AB bij bovenstaand grondplan. Hierop ziet men mooi hoe het structuurtje er uiteindelijk moet hebben uitgezien als een houten stalletje met wanden in schorsplanken.
|
|
|
Dwarsdoorsnede CD bij bovenstaand grondplannetje ter hoogte van het toegangssas genomen, kijkend het schietgat toe.
|
|
|
Actueel kadasterplan anno 2013 waarbij duidelijk het huidige voetpad nog te zien is. Ook het bunkertje is er zelfs nog apart op aangeduid.
|
|
|
Detail van dit zelfde kadasterplan. Het originele perceel 168b/2 werd opgedeeld in 168d/2, het perceeltje zo groot als de randen van de betonnen bunker en 168e/2, de rest van het vroegere perceel 168e/2.
|
|
|
Vooraanzicht anno 1995 van dit kleine mitrailleurbunkertje te Gijzenzele. Het schietgat was toen nog volledig dichtgemetst. Het werd pas vrijgemaakt voor de festiviteiten ter herdenking van mei 1940 in 2006. (Foto: Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
|
|
|
Het bunkertje maakte toen nog deel uit van een klein moestuintje en diende als berghok voor landbouwgereedschap. De toegang achteraan was toen wel al vrij. (Foto: Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
|
|
|
Een fotootje van de herdenking te Gijzenzele in mei 2006. Dit zijn een tweetal foto's met dit bunkertje op de achtergrond. Vooraan enkele leden van een re-enactment groep. (Foto: J. Lummerzheim)
|
|
|
Een tweede fotootje van dezelfde herdenking. Het was voor deze herdenking dat het schietgat vrijgemaakt werd. (Foto: J. Lummerzheim)
|
|
|
Vooraanzicht anno 2006. Heden is dit bunkertje dat ooit het uitzicht had van een stalletje opnieuw een kaal betonnen blok geworden. |
|
|
Vooraanzicht. Het kale blokje toont geen directe sporen van strijd. Allicht is hij zo goed als volledig ontsnapt aan het geweld van Gijzenzele die nooit echt werd ingenomen tijdens de meidagen '40. |
|
|
Rechter zijkant. Merkwaardig is dat je bij dit bunkertje op zijn wanden terwijl het toch ooit werd gecamoufleerd als een houten stalletje, niet de klassieke ijzeren haken terugvindt, waarmee ooit de camouflage werd bevestigd aan het beton.
Op de bovenkant van de betonnen blok zitten nog vrij veel bevestigingshaken voor de fixatie van de dakstructuur.
|
|
|
Aan de achterkant zie je nog beperkt de baksteen fundering waarop het houten skelet werd geplaatst.
|
|
|
Linker zijkant met de toegangsdeur. |
|
|
Toegang tot dit 1-kamers bunkertje.
Ook dit bunkertje draagt rechts achteraan nog een hakenkruis. Toch tragisch dat ze met dergelijke tekens worden beklad terwijl ze er net tegen werden gebouwd...
|
|
|
Hier kan men ook nog dit ingekerfde nummer 198 terugvinden. Ik vermoed dat dit een nieuwe nummering is, ooit gebruikt door het kadaster om deze bunkertjes opnieuw proberen verkocht te krijgen. |
|
|
Binnenzicht in het mitrailleurkamertje. Geen muurtjes voor Hotchkiss- of Coltmitrailleur.
In het schietgat blijken wel de nodige aanpassingen te zitten om bijkomend een Browning FM30 mitrailleur te kunnen opstellen.
|
|
|
Achtermuur van de mitrailleurkamer en het toegangssas. Ook hier zijn er geen sporen van strijd te zien.
Wel werd ook dit bunkertje vrij grondig ontdaan van al het ijzerwerk.
|
|
|
Eind 2010 geraakte het bunkertje wel wat vervallen naast het wegeltje, samen met de hoeve waar het bijstaat. |
|
|
Dit is anno 2015 het wegeltje dat nog altijd langs het bunkertje liep, gezien vanaf de Langestraat. Dit is eigenlijk de kortste manier om tot bij het bunkertje te geraken. |
|
|
Het hoevetje dat eerder vrij vervallen stond is anno 2015 volledig gerenoveerd en het bunkertje is hierbij fraai in de tuin geïntegreerd. U ziet het achteraan rechts in de tuin staan. |
|
|
Dit is de wijze waarop je het bunkertje heden achter een nieuwe afsluiting te zien krijgt, komende van de Langestraat. |
|
|
Actueel vooraanzicht genomen van over de omheining.
Het bunkertje werd mooi opgeruimd aan de buitenkant. Ik vermoed dan ook dat de binnenkant op dezelfde manier opgeruimd zal zijn.
|
|
|
Wijze waarop het bunkertje heden in het zicht komen van de andere zijde gekeken. |
|
|
Opnieuw een blik op het bunkertje genomen over de bestaande omheining.
Blijkbaar heeft dit bunkertje wel een nieuwe thuis gevonden. Het werd in elk geval fraai mee opgenomen in de grote tuin.
|
|
|
|
|